Greens in regulation met een hybride

1. De standaardslag

Het belangrijkste bij de standaardslag is dat u de hybride slaat als een ijzer en niet als een fairway houten. De balpositie is dus meer naar het midden dan bij de houten. U raakt de bal met een hybride ook meer in het neerwaartse gedeelte van de swing. Hierbij maakt u dus minder de ‘vegende’ beweging die u bij de houten heeft.

De set-up blijft hetzelfde als bij de ijzers: handen voor de binnenkant van het voorste bovenbeen en het gewicht goed verdeeld op beide voeten voor een goede, stevige balans. Indien u het prettig vindt kunt u wat breder gaan staan om een sterkere gewichtsverplaatsing te krijgen voor meer snelheid. Dit is echter meer voor de gevorderde speler.

Sla eerst vanuit de standaard set-up. Vanuit een goede balans maakt u een rustige schouderdraai en draait u vanuit de toppositie terug naar voren, naar een eindbalans op het voorste been. Deze slag kunt u ook makkelijk gebruiken vanuit de rough of vanuit een fairway bunker. Vanuit de rough kunt u een bal vaak wat lager slaan om takken te ontduiken, maar toch een redelijke afstand halen. Met een hybride kunt u dat doen door de swing korter te maken om zo de hoogte te vermijden en toch de snelheid van de stok te benutten.

2. De lage draw

Zoals de meeste golfers weten is een draw een bal die van rechts naar links draait. Een bal met een (lichte) draw zal door de voorwaartse spin meer doorrollen en dus verder gaan. De bal zal hierdoor ook een lagere vlucht krijgen. We slaan een draw door de bal meer naar het midden van de stand te leggen met de voeten ‘gesloten’, meer rechts van het doel dus. U creëert hierdoor een vlakkere swing en slaat dus meer ‘van binnen naar buiten’. Wanneer u het slagvlak haaks op het doel houdt, zal de bal dus naar rechts vertrekken en naar links terugdraaien. Het controleren van de uiteindelijke richting is natuurlijk een kwestie van oefenen. Probeer gewoon eens wat er met een bal gebeurd als u anders gaat staan. Zelf ben ik altijd voorzichtig met het ‘dicht’ zetten van het slagvlak omdat ik dan wellicht een te lage balvlucht krijg of het gevoel heb dat ik in de grond zal slaan omdat de loft van het slagvlak minder wordt.

3. De hoge fade

Een fade is een bal die van links naar rechts draait. Een met fade geslagen bal zal minder ver gaan, met name doordat hij minder doorrolt door de zijwaartse spin die in de bal zit. Deze fade is eigenlijk het tegenovergestelde van de draw. U zet uw voeten wat ‘open’, iets naar links gericht dus. Verder zult u wat breder gaan staan voor een stabiele swing. De balpositie is weer meer naar het midden toe. Vanuit deze set-up maakt u dan weer een rustige swing naar voren toe om goed door de bal heen te kunnen bewegen. Door de stand van mijn voeten zal ik meer ‘van buiten naar binnen’ door de bal heen bewegen waardoor de fade ontstaat. Ook hier is het weer van belang dat u deze slagen heeft geoefend voordat u ze op de baan gebruikt, het liefst eerst onder begeleiding van uw professional.

De standaardslag is overigens ook vanuit de rough goed te gebruiken. De draw en de fade zijn geschikt voor meer afstand en meer controle, maar ook bij (veel) zijwind. Als de wind bijvoorbeeld van links komt is het handig als u een draw kunt slaan.

Succes met het oefenen van deze slagen. Hoe meer slagen u in huis heeft, hoe meer greens u slaat en des te beter uw score zal zijn.