Leren putten

Wij beginnen puttlessen altijd met te zeggen dat je moet putten op je gevoel. Daarmee bedoelen we dat je niet na moet denken over hoe lang je swing moet zijn, maar dat de lengte van je swing vanuit je gevoel komt.

De Amerikaanse putt-goeroe Geoff Mangum noemt dit in zijn boek “Optimal Putting”: “instinctive feel”. Je staat boven je bal, je kijkt naar je doel en je laat je swing komen. Om dit gevoel te ontwikkelen zijn er wat ons betreft drie oefeningen die belangrijk zijn om dit gevoel te kunnen ontwikkelen en een vierde oefeningen om te ervaren of er een verbetering bij het putten is opgetreden.

Korte puttOefening 1. Korte putts

De korte putt is een putt die er ALTIJD ingaat: 100 % score dus. We beginnen dus op een afstand van de hole waarop de bal er ALTIJD ingaat. Maakt niet uit hoe groot die afstand is, zolang de bal er maar ingaat. We moeten een afstand in ons hoofd hebben waarbij we 100 % zekerheid hebben. Ga er maar van uit dat niemand, dus ook de grote tourprofessionals niet, een veilige zone heeft van groter dan 1,25 meter.

We oefenen dit om deze afstand te kennen, om hem groter te maken en om te weten hoe dicht de slag van een lange putt bij de hole moet liggen om niet meer dan 2 slagen nodig te hebben om in de hole te komen. We noemen dit de “veilige zone”. Nog een reden waarom we deze afstand moeten weten is dat we bij de lange putts voor de richting een punt nodig hebben waarop we kunnen mikken. Maar dit komt straks terug bij de uitleg van de techniek.

Lange putt

Oefening 2. Lange putts

De lange putt is een putt tussen de 3 en de 10 meter. We oefenen hier daadwerkelijk ons gevoel en niet zozeer het resultaat. Sla de drie ballen van meerdere afstanden, kijk niet of de bal in de hole gaat maar of hij binnen de “veilige zone” ligt.

Oefening 3. Schuine putts
Putt slagen op een niet vlak gedeelte van de green

De schuine putt oefenen we om te weten hoe de green zich gedraagt en hoe de bal daarop reageert. Rolt hij harder of zachter of rolt hij van rechts naar links of andersom.

Lees de green, kijk wat er volgens u zou moeten gebeuren en controleer na de slag of hetgeen u bedacht had inderdaad gebeurd is. Hier is het wel belangrijk om de snelheid te controleren; een bal die weinig snelheid heeft zal sneller afwijken van de beoogde lijn en vice versa.

Oefening 4. Vier holes spelen met één bal

De oefening met één bal is om te kijken hoeveel slagen we nodig hebben om de bal in de hole te krijgen. Bij het spelen van vier holes moet men dus op acht slagen kunnen zitten en in ieder geval niet boven de twaalf slagen uitkomen. Vier slagen per hole is echt te veel, drie mag nog wel eens voorkomen.

 

 

Nog beter leren golfen? Stel je vraag aan de PGA pro

Aanhef *
Golftips alert

Golfmeester

Willem de Haes is PGA golfprofessional
en streeft ernaar om jouw golfspel leuker te maken en vragen op een duidelijke manier te beantwoorden.

Golfvraag? Gratis golf video's

Leren golfen zoals het hoort
Contact