3 basisgedachten voor uw golf swing

De Engelsen zeggen: ‘too many moving parts’. Vaak zitten er net te veel extra bewegingen in een golf swing waardoor u de controle verliest. Al deze extra bewegingen dienen vervolgens weer gecorrigeerd te worden. Elke correctie, meestal intuïtief, gaat ten koste van de timing, van het raakmoment en dus ten koste van het eindresultaat van de bal die u zojuist geslagen heeft.

Een manier om deze extra bewegingen uit de golfswing te houden is door uw gedachten te houden bij 3 basiselementen van de golfswing.

1. Armen versus lichaam

Basisgedachte 1: rotatie in plaats van kracht

Veel (beginnende) golfers denken dat ze met hun armen de beweging moeten leiden. Maar wanneer u de armen ziet als een verlengstuk van het lichaam, dan kunt u meer aan rotatie denken waardoor u met meer controle door de bal heen kunt bewegen.

Als we bij de kop van de golfclub denken aan de omtreksnelheid van vroeger dan weten we dat deze van binnenuit moet komen om het meest effectief te zijn. Van binnenuit genereren we de meeste snelheid. Niet met de armen de golfclub door de bal heen gooien maar vanuit een draai met het lichaam de armen en de golfclub achter de beweging aan laten zwaaien. Dat is ook de verklaring dat we weinig tot niks voelen als we een bal optimaal raken. De armen en handen zijn in harmonie met het lichaam, alles draait synchroon.

2. Wegnemen versus wegdraaien

Basisgedachte 2: niet wegnemen maar wegdraaien

Vroeger spraken wij veel over de ‘one piece takeaway’. De armen, de handen en de golfclub gingen als één geheel naar achteren om de golf swing in te zetten. David Leadbetter sprak later over een ‘moveaway’. Wat mij betreft is dat een beter begrip omdat dit aangeeft dat het meer om een beweging gaat dan om een actie van de handen. Door de golfclub vanuit de handen of de armen weg te nemen zal een (te) steile golfswing ontstaan. De golfclub zal naar boven of naar buiten vertrekken met alle gevolgen van dien. Er is geen verband meer tussen de beweging van de armen en de draai vanuit het bovenlichaam waardoor er later in de golfswing een correctie moet volgen om alles nog in goede banen te krijgen, als dit al lukt. ‘Takeaway’ refereert dus teveel aan de handen waar ‘moveaway’ meer aan een beweging refereert. Beter dus. Als u de golfclub vanuit uw schouders naar achteren draait dan zal de golfclub laag en net binnen de doellijn vertrekken. Een goed begin van uw swingbaan dus. Een compacte beweging voor controle.

3. Balans op het achterste been

Basisgedachte 3: laat de achterste knie gebogen

75% van de golfers maakt de backswing te lang. Natuurlijk geeft een langere swing meer snelheid maar wanneer die snelheid niet te controleren is, krijgt u louter afzwaaiers en een ongewenste score.

Eén van de meest voorkomende gevolgen van een (te) lange backswing is dat de voorste schouder omhoog komt, waardoor het achterste been strekt. Het omhoog komen van de schouder zorgt ervoor dat u teveel een neerwaartse beweging moet maken en het strekken van de knie zal veelal leiden tot een slag vanuit de armen, doordat het achterste been gewoonweg ‘op slot’ staat. De eenvoudigste manier om dit op te lossen is om er op te letten dat de achterste knie gebogen blijft. Zet hem daarbij niet op slot maar hou hem stabiel. Denk daarbij aan de ‘dynamische balans’. Tijdens de gehele golfswing dient de balans aan de buitenkant van de bovenbenen te zijn; een stabiele houding voor een solide swing. Als u de backswing oefent dan kunt u makkelijk voelen of u goed staat ‘in uw achterste knie’ en dit gevoel herhalen als u de bal daadwerkelijk slaat. Let daarbij dan niet perse op het resultaat want u bent tenslotte iets nieuws aan het oefenen en veranderingen leiden helaas niet direct tot gewenste resultaat. Heb dus geduld.