Veel golf spelen of juist oefenen?
Het verschil tussen een goede score of een betere golfswing
Als u met golfen bent begonnen wilt u graag beter worden. De een doet dit door veel te spelen terwijl de ander het leuker vindt om veel te oefenen.
Iemand die graag speelt zal het belangrijker vinden een goede score neer te zetten waar de ‘oefenaar’ zijn of haar voldoening meer haalt uit de verbeteringen in de swing. De een zal een globaler beeld van de swing willen hebben, terwijl hij of zij die oefent graag een videoles zal krijgen om zo tot een zo geolied mogelijke golfswing te komen.
Voor beide voorkeuren is iets te zeggen. Namen van spelers die spelen zijn bijvoorbeeld, Bubba Watson, Rickie Fowler en Rory McIlroy waar Tiger Woods, Vijay Singh en Padraig Harrington bijvoorbeeld veel vaker op de driving range te vinden zullen zijn.
Golftips voor spelen en oefenen
Voor beide groepen geven we een aantal tips om toch zo effectief mogelijk tot een verbetering van uw spel te komen. Hiernaast kunt u de tips lezen voor spelers en 'oefenaars'.
Golftips voor de speler
1. Uw korte spel verbeteren
Uw korte spel (de slagen rond de green) is essentieël om een score bij elkaar te houden of te verbeteren. Als u dus als ‘speler’gaat oefenen sla dan in een ronde meerdere ballen opzettelijk naast de green en dan liefst zo, dat u vanuit verschillende posities naar de green en vlag moet chippen of pitchen.
2. Korte putts maken
Verder is het belang dat u de korte putts veel oefent, zorg dat u voor uzelf een zekere afstand in uw hoofd heeft en oefen deze om op de baan geen drie-putts te hoeven noteren. U weet met uw zekere afstand meteen hoe dicht de lange putts bij de hole moeten liggen. Oefen deze korte putts vanuit uw eigen routine.
3. Verzin uw eigen wedstrijd in de baan
Verzin zelf wedstrijdjes in de baan. Bepaal bijvoorbeeld vooraf hoeveel parren of bogey’s u in een ronde wilt maken. Of maak een doelstelling hoeveel drives u op de fairway wilt slaan of hoeveel putts u maximaal wilt maken.
4. Speel met twee ballen
Tot slot kunt u als daar ruimte voor is met twee ballen spelen. Kies de ene keer steeds de slechtste bal en kijk wat uw score is. U kunt een andere keer ook de beste kiezen en kijken wat dan uw eindscore is.
Golftips voor de ‘oefenaar’
1. Maak onderscheid tussen oefenen en ballen slaan
De oefenaar zal een onderscheid dienen te maken tussen oefenen en ballen slaan. Van belang is het hiervoor om bij elke bal die op de driving range geslagen wordt een ‘pre swing routine’ te oefenen, sla de ballen op de driving range zoals u ze op de baan ook slaat.
2. Verkrijg een favoriete slag voor moeilijke baansituaties
Verder is het aan te bevelen op de driving range een favoriet schot te oefenen. Oefen voor uzelf op de driving range een slag (schot) dat u op de baan kunt gebruiken in moeilijke situaties. Dit kan een schot zijn van 60 meter maar ook bijvoorbeeld de slag met een ijzer 8. Bijkomend voordeel hiervan is dat u in de baan ook naar deze afstand toe kunt spelen om een ‘zeker’ schot naar de green over te hebben.
3. Sla altijd met meerdere stokken
Derde advies is om op de driving range te oefenen met meerdere stokken. Sla bijvoorbeeld nooit meer dan 10 ballen met dezelfde stok, zeker niet met de langere stokken.
4. Creeer uw eigen balans in de golfswing
Tot slot is het belangrijk om tijdens het oefenen op de (dynamische) balans te oefenen. Een swing met een natuurlijk ritme is het beste te controleren vanuit een goede balans. Deze balans is te voelen in de beginhouding, tijdens de swing maar ook tot aan de eindhouding toe.
Ontdek meer
Golfmeester
Willem de Haes is PGA golfprofessional
en streeft ernaar om jouw golfspel leuker te maken en vragen op een duidelijke manier te beantwoorden.
