Golfswing oefeningen

Begin met de kortere golfclubs

Voor wat betreft het oefenen van de golfswing het volgende: begin uw sessie met de kortere golfclubs (een van uw wedges) en met het slaan van ballen naar een doel dat niet te ver weg is, bijvoorbeeld een net op de driving range of naar het bord van 50 meter wat overal wel staat. Voel hiermee de beweging en dat deze uit de schouders komt, maak uw spieren wat los.

Oefen daarna uw golfswing met de midden ijzers

Vervolgens gaan we met de midden ijzers (6, 7 of 8) een aantal volle swings maken. Richt u altijd op een doel om te controleren of de richting en de balvlucht kloppen. Tot slot slaan we een aantal ballen met een hybride golfclub en met de driver. Niet te veel ballen met de driver omdat u dan, uitzonderingen daargelaten, na 5 ballen waarschijnlijk te veel gaat ‘rammen’.

Oefen daarna de rustige slagen naar een doel

Eindig dan weer met wat rustige kortere slagen naar een doel om stoom af te blazen. Als u oefent en specifiek met de techniek aan de gang wilt, doe dit dan met de genoemde midden ijzers. De aangeleerde beweging, die u hiermee makkelijker oefent, kunt u dan gaan projecteren op uw andere golfclubs.