Putten: niet slaan maar swingen
Veel mensen hebben tijdens het putten de neiging om naar de bal toe te slaan in plaats van een swing te maken. Hierdoor hebben ze minder controle op de snelheid. Vóór de bal versnellen betekent namelijk een verkeerd raakmoment en vaak een afnemende snelheid door de bal heen. Dit moet anders en daarom geven wij u hieronder 4 tips:
Gripdruk oefenen
Het is belangrijk om de druk in de golf grip op de putter te oefenen. Zet uw handpalmen tegen elkaar, duw ze een beetje tegen elkaar aan, ga bewegen en voel dat u vanuit uw schouders beweegt.

Dezelfde druk met de putter
Pak dan de putter vast en voel in de grip dezelfde druk die u zojuist voelde zodat u ook nu weer vanuit de schouders kunt bewegen.
Voorwaartse beweging maken
Maak dan een voorwaartse beweging waarbij u voelt dat de snelheid meer naar voren gaat en minder naar de bal toe. Dat betekent: minder met de polsen en handen en meer vanuit de schouders. Een ideaal hulpmiddel om dit te leren is de ‘Putting Arc’.
Oefenen, oefenen, oefenen…
Als dit allemaal goed gaat kunt u beter op gevoel gaan putten. Denk aan stap 5 van de ‘putt routine’: kijk naar de hole voor de afstand en maak de swing. Nu wordt het belangrijk om dit geduldig te oefenen, stap voor stap.
Meer golf tips & instructies
Golfmeester
Willem de Haes is PGA golfprofessional
en streeft ernaar om jouw golfspel leuker te maken en vragen op een duidelijke manier te beantwoorden.