Golfbaan ontwerpen en aanleggen

Een ingewikkelder proces dan de meeste golfers denken.

Het ontwerpen en aanleggen van een golfbaan is een ingewikkelder proces dan de meeste golfers denken. Vroeger gebeurde dit in eerste instantie op de tekentafel, veel schetsen, vervolgens detailtekeningen en tot slot het definitieve ontwerp. Tegenwoordig gaat er ook in dit vak heel veel op de computer. Dit versnelt wel het ontwikkelingsproces maar niet de feitelijke aanleg van de golfbaan. De goede golfbaanarchitecten zijn vaak aanwezig op het project waarvoor ze zijn ingehuurd. Dat is tijdrovend en maakt het tevens duurder maar de exploitant heeft uiteindelijk wel een kwalitatief betere golfbaan die misschien ook wel minder onderhoud vergt, zodat het per saldo wellicht zelfs goedkoper is.

Daarnaast zien we dat steeds meer tourspelers hun signatuur aan een golfbaan geven. Ze maken een ontwerp, sturen dat op naar de opdrachtgever waarna ze een aantal keer komen kijken en het dan ‘hun’ golfbaan noemen. Uitzondering hierop zijn onder andere een oud speler als Jack Nicklaus die een heel team van mensen heeft dat regelmatig op alle onderhanden projecten te zien is.

Even een paar namen

Vroeger: Frank Pennink (Kennemer, Noordwijk), Harry Colt (Eindhoven, de Haagsche), Tom Simpson (Morfontaine, Spa) en Alister MacKenzie (o.a. Augusta National, van de Masters)

Tegenwoordig: Tom Doak, Robert Trent Jones en Pete Dye en in Nederland Frank Pont, Gerard Jol en Bruno Steensels.

Wat is van belang bij het ontwerpen van een golfbaan?

Veiligheid, holes niet te veel en te dicht langs elkaar.
Passen in de omgeving, geen onnatuurlijke heuvelpartijen in een polderlandschap.
De routing, niet teveel lopen tussen de verschillende holes, verdeel de par 3’s en par 5’s over de gehele baan.

Dat zijn algemene zaken, je hoeft mensen niet door de golfbaan heen te jagen maar voorkom wel opstoppingen zodat het spel zijn voortgang houdt. Leg een golfbaan daarnaast zo aan dat hij in de natuurlijke omgeving past. Helaas is het tegenwoordig niet meer mogelijk om 100 hectare natuurgebied te kopen en er een golfbaan in aan te leggen, maar de golfbaanarchitect kan wel het ontwerp op de omgeving afstemmen.

Golf technische vereisten waar een golfbaan moet voldoen

Een golfbaan moet gevarieerd zijn. Korte holes, lange holes. Dogleg’s naar links maar ook naar rechts. Open holes maar ook ‘bos’holes. Smalle holes en brede holes. Een goed voorbeeld hiervan is Golfbaan Houthalen, bij Hasselt in Belgie.
De routing moet logisch zijn, geen 2 par 3’s of par 5’s achter elkaar.
Variatie, laat bijvoorbeeld de par 3’s allen een verschillende kant op gaan (wind, dus stokkeuze wordt hierdoor beïnvloedt) en van diverse lengte zijn.
Denk aan matchplay, niet twee korte of makkelijker holes na elkaar.
Maak de rough niet onmogelijk maar wel intimiderend.
Geef spelers de keuze tussen aanvallend of behoudend spel, daag mensen uit.
Zorg bij een langere hole voor een grote green.
Water en bunkers hebben 3 functies, beschermend (met name een bunker, anders kan een bal de rough of het water ingaan), ze kunnen als decor dienen (visueel kan dit een baan aankleden) en de hindernis kan in het spel betrokken worden, als echte hindernis dus. Met name op een korte par 3 kan een waterhindernis zinvol zijn.

Praktische zaken

Praktische zaken waar bij de aanleg van een golfbaan rekening mee gehouden kan worden:

Een golfbaan wordt over het algemeen aangelegd vanaf de backtee’s. Natuurlijk zal een goede architect op elke hole voor ieder wat lastigs in petto hebben of juist op elke hole een uitwijkmogelijkheid creëren.
Denk als initiatiefnemer vanaf de eerste schop in de grond al aan het onderhoud van de baan. Maak bijvoorbeeld paden voor de greenkeepers en zorg dat ze altijd makkelijk overal bij kunnen.
Voor de spelers geldt natuurlijk, greenkeepers hebben altijd voorrang op de baan. Andersom gaat een goede, ervaren greenkeeper ‘geruisloos’ door de baan.
Het is al lang gebruik twee(of meer) lussen van 9 holes te maken. Zeker nu veel spelers 9 hole spelen en ook over 9 holes ‘qualifying’ kunnen lopen. Het ‘out’ en ‘in’ op de scorekaart komt nog uit de tijd dat er 9 holes weg van het clubhuis werden gespeeld en 9 holes terug naar het clubhuis. Het voordeel en leuke van 2 lussen is dat iedereen bij het clubhuis begint en ook weer uitkomt.
Maak niet te veel holes waar spelers elkaar tegenkomen. Dit kan afleiden maar ook ophouden, ook hier dus weer, maak een logische routing.
Maak veel gebruik van borden in de baan. Maak dus aan alle spelers duidelijk wat de bedoeling is en waar ze naar toe moeten. Bij elke green dus een bordje ‘next tee’! Op elke afslagplaats een duidelijk bord met afstanden en liefst een plattegrond van de te spelen hole. Tegenwoordig hebben de meeste golfbanen afstand markeringen in de baan, de fairway’s.