Chippen en pitchen

De golf swing met 1-as of 2-assen

Bij chippen en pitchen praten we over gevoel. Het gevoel moet aangeleerd worden door op basis van een goede techniek gericht te oefenen. De meeste professionals hebben 4 wedges in hun tas zitten. De gemiddelde speler begint met een sand wedge (SW 56 ˚) en vaak een pitching wedge (PW 48 ˚). Deze 2 worden later aangevuld met een “gap” wedge, een stok met 52˚ loft en eventueel een “lob” wedge, een stok met een loft van 60˚.

Het verschil tussen chippen en pitchen

Er zijn kort gezegd twee balvluchten, een bal die rolt en een bal die vliegt. Een bal die rolt is altijd beter te controleren dan een bal die vliegt. Dus waarom zouden we niet altijd chippen. Welnu, er zijn situaties waarin we niet kunnen chippen, we moeten bijvoorbeeld over een hindernis heen. U raadt het al, chippen geeft een bal die meer rolt, we leerden dit vroeger aan met een ijzer-7. De pitch slag geeft een bal die een hogere vlucht heeft (vandaar dat we over Pitching Wedge spreken). Wij gebruiken meestal als verzamelnaam voor de slagen rond de green het Engelse woord “approachen”. Het gaat tenslotte om de korte slagen met als doel de green te bereiken.

Instructievideo golf swing over 2-assen of 1-as (duur 1 minuut)

Pitchen - golf swing draaien over 2-assen

Zet uw voeten evenwijdig aan de lijn van het mikpunt
Zorg dat de bal in het midden ligt, tussen beide hakken
Het rechterbeen is een as in de backswing en het linkerbeen is een as in de swing naar voren.
Met pitchen gebruikt u 2-assen en is er dus meer gewichtsverplaatsing.

Chippen - golf swing draaien over 1-as

Zet uw voeten evenwijdig aan de lijn van het mikpunt
Zorg dat de bal in het midden ligt, tussen beide hakken
Zorg dat 60% van het gewicht op het linkerbeen staat
Het linkerbeen is dan ook de enige as waar u op draait. Hier is de gewichtsverplaatsing dan ook minder.

De techniek van het chippen en pitchen

Op basis van een soortgelijke routine als bij het putten gaan we staan om de swing te kunnen maken. We zoeken weer een punt binnen een meter van de bal waar we ons op kunnen richten. We zetten dan de onderste rand van de stok haaks op de richting naar dit punt.

Vervolgens zetten we de voeten evenwijdig aan de speelrichting. De voeten staan nu dichter bij elkaar om makkelijker te kunnen bewegen. Er zit ongeveer een voet ruimte tussen beide voeten. De balpositie is midden tussen de voeten. Het gewicht mag een beetje naar de linkervoet neigen maar niet meer dan een verhouding 60-40%.

Video: Chippen golftechniek

We gaan staan met licht gebogen knieën, en hangen dus een beetje op de linkervoet, wel weer op de hele voet. Als we goed staan en het lichaam is dus weer in balans gaan we een kleine pendule slag maken vanuit de schouders. Het is een kleine draaibeweging. De armen en de stok komen op een klok vergeleken niet verder in de uitzwaai dan 7 uur en 5 uur. De polsen moeten gefixeerd blijven en de driehoek van de armen en de schouders en de hele driehoek van de schouders en de stok moeten als een geheel naar achter en naar voren bewegen.

Hoe groter de afstand echter hoe groter de swing zal moeten zijn. Het blijft wel altijd een gelijkmatige beweging, zowel qua lengte als ook qua tempo. Hierom noemen we deze beweging wel eens de “pendule slag” of een “klepel beweging”.

Chippen of pitchen?

Of we nu moeten chippen of pitchen hangt dus van de afstand en de situatie af. Bij een vlakke green zonder obstakels zal een bal die rolt de voorkeur hebben. Bij een langere slag of als we een bepaalde hoogte moeten bereiken of over bijvoorbeeld een hindernis heen moeten slaan zullen we kiezen voor een van de wedges.

Een ander probleem is vaak de hoogte. Veelvoorkomende vraag is hoe hoog de bal nu eigenlijk moet gaan. Veel mensen doen van alles om de bal maar de lucht in te krijgen met als gevolg dat ze vanuit hun handen gaan slaan, gaan scheppen of gaan lepelen. Dezelfde mensen hebben vaak als we hier naar vragen een totaal verkeerd beeld van de hoogte die de bal theoretisch kan bereiken onder bepaalde omstandigheden.