Wat u kunt leren van spelers op de golf tour

1. Swing in uw eigen, natuurlijke ritme

Iedereen heeft bij de swing van Ernie Els of Fred Couples weleens gedacht: "dat ziet er zo makkelijk uit". Dat de swing er bij tourspelers zo rustig uit ziet, komt doordat ze optimaal bewegen in hun natuurlijke bewegingsritme. Omdat het hun natuurlijke ritme is, voelt het goed aan en ziet het er zo vloeiend en gelijkmatig uit. Swing zelf dus ook in uw eigen natuurlijke ritme!

2. De pre shot routine

Begin elke slag op dezelfde manier. Als u goed naar de spelers kijkt vóórdat ze een bal slaan, zullen ze bij elke bal dezelfde voorbereiding hebben. Deze pre shot routine is het eerste stadium van concentratie. Daarnaast weten deze spelers dat wanneer ze vooraf alles hetzelfde doen, dat de kans het grootst is dat ze een goede bal slaan. Alles voelt dan namelijk vertrouwd aan. Vervolgens is het in een vertrouwde positie het makkelijkst om een goede focus te krijgen en tot een goede beweging te komen.

3. Maak van een zwak facet een sterke kant

Ken de zwakke onderdelen van uw spel. Door goed te analyseren waar u eventueel slagen verliest of waar u juist beter kunt worden, kunt u heel gericht en gestructureerd gaan oefenen. Oefen met name de slagen die u het meest nodig denkt te hebben of waar u het meeste moeite mee heeft. Het maken van minder slechte slagen is ook een verbetering van uw spel. Als de slagen naar de green eerst op 10 meter van de vlag liggen en vervolgens op 7 meter, bent u ook beter gaan spelen.

4. Gebruik alle golfclubs

Hoe meer golfclubs u kunt gebruiken, hoe rustiger u door de baan heen zult gaan. U heeft dan namelijk voor elke situatie wel een oplossing. Zorg ervoor dat u voor elke situatie 2 of 3 opties heeft. Dat betekent dat u alle afstanden met alle verschillende golfclubs dient te oefenen.

5. Focus op het doel

Er is als u aan het spelen bent maar één ding van belang en dat is het doel dat u heeft gekozen. Alle aandacht moet daarop gericht zijn. Bepaal uw doel dan ook zo specifiek mogelijk: sla niet zomaar naar de fairway toe maar kies een bepaald punt op de fairway. Mik op een glooiende green niet zomaar rechts van de hole maar pak een vast punt, bijvoorbeeld 20 centimeter rechts van de hole. Geef uzelf duidelijke, eenduidige opdrachten, dan bent u beter geconcentreerd.

6. Maak niet altijd een volle swing

Wedstrijdspelers slaan zelden een bal op 100% van hun kunnen. Als ze ‘binnen’ hun volle swing blijven dan hebben ze veel meer controle, met name over de afstand. Wanneer ze dichter bij de green komen, zullen ze ook maar zelden een bal zo hard mogelijk slaan. Neem liever een golfclub meer (bijvoorbeeld een ijzer 6 in plaats van een ijzer 7) zodat u rustig kunt slaan en dus ook met meer controle door de bal heen kunt bewegen.

7. Oefen gericht

Als u dingen in uw swing wilt veranderen, realiseert u zich dan dat elke verandering invloed heeft op een volgend aspect van de swing. De golfswing van een wedstrijdspeler is niet altijd even mooi, maar wel altijd uiterst effectief. Het hoeft er dus niet perse mooi uit te zien, zolang uw swing maar bij u past.

Het motto is dus: Kijk en leer ervan, maar probeer het vooral niet na te doen!