Misverstanden in de golfswing
De vele tips die mensen op de golfbaan krijgen, zijn waarschijnlijk allemaal goed bedoeld maar leiden helaas vaak tot slechtere ballen. Dit heeft te maken met oorzaak en gevolg. Spelers zien dingen gebeuren maar analyseren niet goed genoeg waarom het gebeurt. Ik zeg altijd dat mensen bijna nooit ver genoeg terug gaan in de golfswing om hun eventuele fout eruit te halen.
Hieronder volgen de meest voorkomende ‘adviezen’ die helaas niet het gewenste resultaat opleveren:
1. Opkijken
Ik speel nu 37 jaar golf maar heb nog nooit iemand zien opkijken. Dat een golfer zijn of haar hoofd optilt of niet meer in dezelfde positie ‘kan’ houden is een gevolg van een te gespannen positie van met name de linker schouder.
2. Langer naar de golfbal blijven kijken
Deze ‘remedie’ van opkijken is dodelijk voor een soepele golfswing. Iemand die zijn hoofd doelbewust naar beneden houdt, zal teveel spanning opbouwen in zijn nek zodat van een soepele doorzwaai geen sprake meer kan zijn.
3. Linkerarm gestrekt houden!
Bijna altijd staat dit gelijk aan het OVERstrekken van dezelfde linkerarm waardoor de linker schouder zal verkrampen, er geen rotatie meer mogelijk is vanuit de schouders en dat de bal dus veelal vanuit de armen geslagen wordt. Spierpijn (of erger) links en of rechts is een onafwendbaar gevolg. Maak een duidelijk onderscheid tussen recht en gestrekt, als u uw arm in een natuurlijke positie laat hangen is deze recht. Mogelijke reden dat de arm vervolgens kromt, is meestal omdat mensen hun golfswing langer maken dan (fysiek) mogelijk is.
4. Handen voor de golfbal
Het voor de bal houden van de handen kan op een heleboel manieren. Tegen mijn leerlingen zeg ik dat ze hun handen voor de binnenkant van hun linker bovenbeen (voor de rechtshandige golfspelers) moeten houden. Dat kan maar op één manier en de handen bevinden zich dan ook voor de bal.
5. Onder de golfbal komen
Het onder de golfbal willen slaan, impliceert wat mij betreft een neerwaartse beweging. Natuurlijk is het zo dat we de golfbal aan de onderkant raken, maar dat is een wezenlijk ander begrip.
Het onder de golfbal willen slaan zal er voor zorgen dat mensen meestal met hun handen en polsen zullen gaan proberen de golfbal te lepelen met als gevolg dat ze hem te hoog raken. Daardoor zal de golfbal over de green heen schieten. “Ik kwam er weer niet onder” zeggen ze dan.
6. In het zand slaan
Ook dit advies zal een neerwaartse beweging tot gevolg hebben. Men zal teveel zand meenemen waardoor alle snelheid uit de golfswing is en de golfbal dus juist niet uit de bunker zal gaan. Juist bij de slagen uit de bunker is het essentieel dat er een voorwaartse golfswing gemaakt wordt. In ieder geval groot genoeg: liever 10 meter te ver uit de bunker dan dat de golfbal met te weinig snelheid tegen de rand is aangekomen.
7. (Te) Hard knijpen
Knijpen is een actief proces. Ik zeg altijd: ‘als je iets goed vast hebt, hoef je er niet in te knijpen’. Niet knijpen begint dus bij een goede, solide grip. Goed in de zin van technisch goed en dus in balans: gelijke druk over beide handen. Veel mensen spelen met verkeerde grips. Bijna altijd ontstaat de ‘knijp reflex’ omdat de speler te hard wil slaan naar de golfbal. Hij zet kracht voordat de golfbal überhaupt in de buurt is. Onthoud maar: de hoogste snelheid in de golfswing zit na de bal.
8. Rechte rug
Een rug moet in de ‘set-up’ positie in natuurlijke stand staan. Niet te hol, maar ook zeker niet te vlak. Een goede volgorde is om eerst vanuit het bekken te kantelen totdat u de knieholtes voelt en daarna de rug vanuit de knieën te ontspannen, zoals elders op deze site staat beschreven.
9. Ik moet in de bunker toch een ‘open stand’ innemen?
Dit is niet noodzakelijk. De meeste mensen die problemen hebben met de slagen vanuit de bunker ondervinden deze problemen omdat ze iets anders gaan doen dan hetgeen ze hebben geleerd. Een ‘open stand’ geef een ander beeld waardoor vaak een andere golfswing zal ontstaan. Minder controle dus.
Wedstrijdspelers zetten hun slagvlak ‘open’ in de greenside bunker om de golfbal minder door te laten rollen.
10. Ik moet vanuit de bunker met een Sand Wedge slaan.
Dit hoeft niet.Er staat nergens in de golfregels waar u met welke golfclub moet slaan. Natuurlijk wordt het gewaardeerd als we op de green de golfbal met een putter slaan. U kunt echter bijvoorbeeld vanuit een ‘fairway’ bunker gewoon met een ijzer 7 of zelfs een hybride slaan als de golfbal daarvoor goed genoeg ligt.
11. De vlaggenstok moet altijd buiten de green liggen.
Dit is niet waar. De vlaggenstok mag overal op de green liggen, alleen het liefst niet vanuit de speelrichting achter de hole. Laat de vlaggenstok echter niet op de green vallen, wees zo correct hem neer te leggen.
12. Met een driver moet ik anders slaan dan met een andere golfclub.
Dat is niet waar. Wij leren u een golfswing aan die u overal kunt gebruiken met elke golfclub. De golfswing kan hetzelfde blijven omdat u bij elke golfclub dezelfde beginhouding heeft. Weliswaar verandert de visuele afstand tot de golfbal omdat de golfclub langer of korter is, maar de afstand van uw bovenste hand tot uw voorste bovenbeen blijft hetzelfde. Hierdoor houdt u dezelfde lichaamsposities en dus dezelfde golfswing.
Dit zijn een aantal veel gehoorde misverstanden. Natuurlijk staan wij open voor aanvulling en of vragen.
Bekijk de instructievideo's
Golfmeester
Willem de Haes is PGA golfprofessional
en streeft ernaar om jouw golfspel leuker te maken en vragen op een duidelijke manier te beantwoorden.