Het maken van een ‘up and down’ bij golf
Het begrip ‘up and down’ is de Engelse uitspraak voor ‘chip en putt’ en geeft aan dat we minder dan een volle golf swing van de green afliggen. We hebben geen volle slag meer nodig hebben om de green te bereiken en vervolgens nog maar één putt nodig om de bal in de hole te krijgen. Een ‘sandy’, een bal uit een bunker en één putt, is dus eigenlijk ook een ‘up and down’.
Meestal gebruikt men de term echter bij de korte slagen rond de green als de chip slag zo dicht bij de hole ligt dat we nog maar één putt nodig hebben om uit te holen. We gaan met u de slagen na welke we gebruiken om een ‘up and down’ te maken.
Tussen de 50 en 100 meter
Afhankelijk van hoe ver u met een volledige golfswing slaat, zal de swing wat korter moeten worden om de bal niet te ver te slaan. Belangrijk bij deze afstanden is om de swing aan beide kanten gelijk te houden. De doorzwaai is dus even lang als de backswing.
Het is vervolgens van belang dat u een stok kiest waarmee u de afstand makkelijk kunt overbruggen, hierdoor kunt een rustige, gecontroleerde swing maken. Meeste mensen hebben moeite om door de bal heen te slaan omdat ze bang zijn te ver te slaan.
Echter: hoe beter je een bal raakt hoe eerder deze stilligt.
Om te weten wat uw voorkeur heeft is het weer van belang deze slagen te oefenen. Bij welke stok voelt uw beweging het meest comfortabel aan. Is dit het geval dan kunt u het meest op uw gevoel spelen met het beste resultaat tot gevolg.
Tussen de 30 en 50 meter
Denk vanuit de rotatie. Veel golfers denken dat ze ‘no matter what’ moeten knikken met hun polsen. Nee dus! Blijf draaien vanuit de schouders (heen) en de heupen (terug). Door de gewichtsverplaatsing zult u de benodigde snelheid ontwikkelen om de gewenste afstand te overbruggen. Wellicht is dit een afstand voor u waar geen polsactie nodig heeft, meer controle dus, maar wel door de bal heen blijven draaien.
Bovenstaande is natuurlijk mede afhankelijk van welke stok u kiest, een ijzer 7 zal meer rol hebben dan een sand wedge, waardoor u met de 7 een kleinere swing nodig zult hebben. Hier praten we echter over de voorkeur voor een bepaalde stok, een stok waar u vertrouwen in heeft. Ik ben er echter voorstander van om met alle stokken, alle afstanden te oefenen om zoveel mogelijk slagen in uw repertoire te hebben.
Tussen 10 en 30 meter
Bij deze afstanden hebben we de keuze tussen een chipslag of een hoge approach. De keuze wordt bepaald door de omstandigheden waar we mee geconfronteerd worden. Bepalende factor hierbij is de ruimte tussen het begin van de green en waar de vlag staat. Is hier veel ruimte dan kunnen we een bal laten rollen. Hebben we weinig ruimte en of moeten we over een hindernis spelen dan is de hoge (lob) bal beter om te spelen.
Tussen 0 en 10 meter
Hier komt de cruciale vraag: chippen of putten? Ook hier is het belangrijk - waar ligt de bal ten opzichte van het begin van de green en hoeveel ruimte heeft u op de green om de bal te laten rollen? Ligt uw bal dicht bij de green en heeft u een lange putt, dan zou u met een gerust hart de putter kunnen nemen. Basisgedachte is, hoe meer verschillende hoogtes gras een rollende bal moet overbruggen hoe minder controle u heeft. Heeft een bal relatief veel snelheid dan heeft de rol weinig invloed van hoger gras, weinig vertraging dus. Op basis van deze twee voorwaarden kunt u een verantwoorde keuze maken tussen een putter of een stok waarmee u gaat chippen.
Tot slot is het als u een putter pakt, de slag uit te voeren met de chip techniek, met enige gewichtsverplaatsing dus. Neem nooit een putter uit gemakzucht. Als u altijd putt omdat u niet kunt chippen, dan kunt u ook niet chippen als de situatie daar om vraagt.
Vanuit de bunker
Bij de slagen uit de bunker verandert er eigenlijk niet zoveel. Van belang is dat u door de bal (door het zand) heen blijft slaan. Bunkerslagen zijn meestal een zaak van vertrouwen, blijf de swing maken die u heeft aangeleerd. Vanuit de bunker zijn er twee zaken om rekening mee te houden: door het zand wordt uw swing afgeremd én door het zand dat tussen de bal en uw slagvlak zit wordt de swing geremd. Een dubbele rem dus.
Door deze dubbele rem moet u nu de swing groter maken dan verwacht om dezelfde afstand te krijgen. En hier gaat het dus mis, gevoelsmatig zult u denken dat de bal te ver zal gaan, maar door de dubbele vertraging zult u de goede lengte in uw slag krijgen. Het is dus een kwestie van durven slaan, durf door te draaien en ben niet bang dat uw bal te ver zal gaan.
Instructievideo uit de bunker slaan
Golfmeester
Willem de Haes is PGA golfprofessional
en streeft ernaar om jouw golfspel leuker te maken en vragen op een duidelijke manier te beantwoorden.